[ Pobierz całość w formacie PDF ]
Thema Informatie vragen bij een instelling
Lesbrief 27. Bellen over een cursus
Wat leert u in deze les?
Een instelling bellen om informatie te vragen over een cursus.
Een brochure aanvragen.
Oefenen met het werkwoord.
Oefenen met woorden die uit twee delen bestaan.
Veel succes!
Deze lesbrief is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DMO Amsterdam
HET GESPREK
Opdracht 1. Lees het gesprek.
Tip: Luister naar het gesprek via de website!
HET GESPREK. DEEL 1
Meneer Elmi wil graag een cursus gaan volgen. Hij belt naar een ROC.
Weet Meneer Elmi al precies welke cursus hij wil gaan doen?
Telefoniste:
ROC Abdam. Goedemorgen!
Meneer Elmi:
Met Elmi. Spreek ik met het opleidingscentrum?
Telefoniste:
Ja, hoor, u spreekt met het ROC.
Meneer Elmi:
O ja. Ik wil graag een cursus gaan doen.
Telefoniste:
Wat voor cursus meneer?
Meneer Elmi:
Ik weet het nog niet precies. Wat voor cursussen zijn er allemaal?
Telefoniste:
O, we hebben veel verschillende cursussen en opleidingen….
Meneer Elmi:
Ja?
Telefoniste:
We hebben dus cursussen Nederlandse taal, hè, voor buitenlanders,
NT2 dus. En er zijn programma’s voor mavo, havo en vwo. En dan
natuurlijk de programma’s voor het beroepsonderwijs, daar kun je voor
een vak leren
en…
Meneer Elmi:
Wacht even,
eh… een vak leren zegt u … Zijn er cursussen waarin je
voor een vak leert, voor een beroep?
Telefoniste:
Ja die zijn er. Dat zijn eigenlijk opleidingen. Die duren meestal wat
langer.
Meneer Elmi:
O! Kunt u daar iets meer over vertellen?
Telefoniste:
Nou, er zijn opleidingen voor de handel, techniek, horeca, ICT…
Meneer Elmi:
ICT?
Telefoniste:
Ja, Informatie en Communicatie Technologie, hè, werken met
computers.
Meneer Elmi:
O, ik zou graag met computers willen werken.
Telefoniste:
Nou, dat kan. Er is een vakopleiding ICT. Maar er is ook een korte
cursus ‘Omgaan met de computer’. Die is voor beginners.
Meneer Elmi:
Kunt u daar iets meer over vertellen, over die cursus?
Lesbrieven © ITTA 2010
2
DE WOORDEN
Opdracht 2. Lees de woorden.
Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder.
Tip: U kunt de woorden ook beluisteren via de radioles op internet.
De opleiding
In een
opleiding
leer je voor een vak of beroep.
Voorbeeld: Ka-Ping wil graag kapper worden. Hij gaat de kappers
opleiding
doen.
Verschillende
Als iets
verschillend
is, dan is het niet hetzelfde.
Voorbeeld: De kinderen komen uit
verschillende
landen, uit Somalië, China, Marokko,
Nederland en Turkije.
Het programma
In een
programma
vind je wat er gaat gebeuren.
Voorbeeld: Wat is het
programma
van deze les? We luisteren eerst naar een gesprek, dan
doen we de woorden en daarna een oefening.
Het beroep
Je
beroep
is het werk dat je doet.
Voorbeeld: Wat is het
beroep
van Safiya? Zij is tandarts.
Het vak
Je
vak
is een beroep waar je voor geleerd hebt en waar je geld mee verdient. Timmerman,
automonteur, tandarts zijn
vakken
.
Voorbeeld: In zijn eigen land was Kojo automonteur. Hij wil zijn
vak
ook in Nederland gaan
doen.
De handel
Handel
is het kopen en verkopen van dingen, van producten.
Voorbeeld: Hasan heeft een
handel
in auto’s. Hij koopt auto’s en verkoopt ze weer.
De techniek
Techniek
is het bedenken en maken van machines, apparaten, enzovoort.
Voorbeeld: Yusuf wil leren hoe je auto’s moet maken. Hij gaat een opleiding
autotechniek
doen.
ICT
ICT
is Informatie en Communicatie Technologie.
Voorbeeld: Jade gaat een
ICT
-opleiding
doen, want zij vindt het leuk
om met computers te werken.
TIP WOORDEN LEREN
-
Het is belangrijk om veel woorden te leren.
-
Een goede manier om woorden te leren is om woorden te onthouden in een zin.
VR
AGEN BIJ HET GESPREK
Lesbrieven © ITTA 2010
3
Opdracht 3. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje.
Goed
Fout
1.
Het ROC belt meneer Elmi.
2.
Meneer Elmi wil 2 cursussen doen.
3.
Meneer Elmi wil meer informatie over
opleidingen.
4.
Het ROC vertelt dat er opleidingen zijn
voor kinderverzorgster en kapper.
5.
Meneer Elmi wil meer informatie over
een ICT-cursus voor beginners.
Bekijk de antwoorden op p. 21.
HET GESPREK
Lesbrieven © ITTA 2010
4
Opdracht 4. Lees het gesprek.
Tip: Luister naar het gesprek via de website!
HET GESPREK. DEEL 2
De telefoniste en meneer Elmi praten verder. Gaat de telefoniste een brochure naar
meneer Elmi sturen?
Telefoniste:
Zal ik u een brochure toesturen? Daar staat het allemaal in.
Meneer Elmi:
Ja, graag. Maar ik heb nog een vraag. Weet u, ik werk overdag. Is het
mogelijk om ’s avonds of in het weekend…
Telefoniste:
In het weekend niet, maar er zijn wel avondcurssen.
Meneer Elmi:
En wanneer beginnen de cursussen?
Telefoniste:
In september starten de programma’s. Sommige beginnen ook in
februari.
Meneer Elmi:
Dan kan ik dus in september al beginnen?
Telefoniste:
Dat weet ik niet. Sommige cursussen hebben een wachtlijst.
Meneer Elmi:
O ja. En hoe duur zijn de cursussen?
Telefoniste:
Het hangt van de cursus af.
Maar zal ik u de brochure toesturen? Daarin vindt u veel informatie.
Meneer Elmi:
Graag
Telefoniste:
Dan ga ik even uw naam en adres noteren.
Meneer Elmi:
Ja.
Telefoniste:
Uw naam is?
Meneer Elmi:
Elmi, Abdullah Elmi.
Telefoniste:
En uw adres, Meneer Elmi?
Meneer Elmi:
Mussenstraat 14 drie hoog.
Telefoniste:
Veert
ig
of veer
tien
?
Telefoniste:
Veer
tien.
Telefoniste:
En de postcode?
Meneer Elmi:
1065 XY in Abdam.
Telefoniste:
Mooi, ik heb het genoteerd.
Meneer Elmi:
Wanneer krijg ik de brochure dan?
Telefoniste:
Nou, ik denk dat dit vandaag nog met de post meegaat. Dus misschien
morgen, of anders overmorgen.
Meneer Elmi:
Prima.
Telefoniste:
Succes met alles, hè?
Meneer Elmi:
Ja, bedankt.
Lesbrieven © ITTA 2010
5
[ Pobierz całość w formacie PDF ]