[ Pobierz całość w formacie PDF ]
Thema Kinderen en school.
Lesbrief 18. Voor het eerst naar school
Taban brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf.
Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen?
Wat leert u in deze les?
¦
Praten met de juf op de eerste schooldag
¦
De school bellen als uw kind ziek is
¦
Informatie vragen over een school
Veel succes!
Deze lesbrief is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DMO Amsterdam
HET GESPREK
Opdracht 1. Lees het gesprek.
Kennismaken met de juf.
Taban brengt zijn dochter Ama naar school. Ze komt in groep 1 bij Juf
Dunya. Ama is verlegen. De juf vraagt of Ama op een peuterspeelzaal geweest
is. Ze komt in een groep met kinderen uit veel verschillende landen.
Juf
Dag kom erin! Ik zal me even voorstellen. Ik ben Dunya.
Taban
Hallo, ik ben Taban Awoonor. En dit is Ama.
Juf
Dag Ama!
Ama
….
Taban
Kom, zeg eens ‘dag’ tegen juf.
Ama
….
Juf
Ach, verlegen…
Taban
Ja, ze is heel verlegen.
Juf
Nou, dat komt wel goed hoor. Het is ook zoveel: al die kinderen,
de juf, de klas. Alles is nieuw. Is Ama op een peuterspeelzaal
geweest?
Taban
Ja.
Juf
Mooi. Ja, ik vraag het even, want dan is het makkelijker om te
wennen. Dan is een kind al gewend om in een groep te zijn, met
andere kinderen te spelen, samen dingen te doen.
Taban
Ja. Ama vond de peuterspeelzaal heel leuk.
Juf
Mooi. Nou, Ama hang eerst je jasje maar even op. Ja. hier. O, ik
zal nog even een kaartje maken met je naam erop. Een kaartje
met Ama. Vind je dat leuk?
Ama
…
Taban
Nou, kom op. Geef eens antwoord!
Juf
Ach laat maar. Dat komt wel goed. Nou, Ama komt in een groep
met negentien kinderen. Zoals u ziet: kinderen uit heel veel
landen: uit Turkije, Marokko, uit Ghana, uit Somalië en uit
Nederland.
Taban
O ja.
2
Lesbrieven© ITTA 2008
DE WOORDEN
Opdracht 2. Lees de woorden.
Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder.
De woordenlijst Deel 1
¦
De juf
Voorbeeld 1:
De juf
leert de kinderen lezen.
Voorbeeld 2:
Juf
Dunya staat voor de klas. Ze begint met de les.
¦
Wennen
Voorbeeld: Mijn zoon gaat voor het eerst naar school. Hij moet echt
wennen
.
Alles is nieuw voor hem. Na een paar weken is het gewoon voor hem.
¦
Verlegen
Voorbeeld 1: Het kind is
verlegen
. Het zegt niets en kijkt niet naar de juf.
Voorbeeld 2: Het kind is
verlegen
. Het durft niet te praten.
¦
Spelen
Voorbeeld 1: De kinderen
spelen
op straat.
Voorbeeld 2: De kinderen
spelen
met een bal.
¦
De pan
Voorbeeld 1: Het eten zit in
de pan
.
Voorbeeld 2: Met een
pan
kook je eten.
¦
De melk
Voorbeeld 1: De kinderen drinken
melk
op school.
Voorbeeld 2:
Melk
drinken is gezond.
3
Lesbrieven© ITTA 2008
¦
De keuken
Voorbeeld: Ik maak het eten klaar in
de keuken
.
¦
Het kopje
Voorbeeld 1: Wil je
een kopje
koffie?
Voorbeeld 2: Ik drink thee uit
een kopje
.
4
Lesbrieven© ITTA 2008
VRAGEN BIJ HET GESPREK
Opdracht 3. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje.
Goed
Fout
Het meisje is verlegen. Ze praat niet.
1
De juf vindt het een probleem dat het
meisje verlegen is.
2
Het meisje is niet op een
peuterspeelzaal geweest.
3
4
Het meisje komt in een groep met
allemaal Nederlandse kinderen.
F
Kijk nu naar de antwoorden op p. 24.
5
Lesbrieven© ITTA 2008
Â
[ Pobierz całość w formacie PDF ]